Lokale heffingen
Inleiding
Deze paragraaf geeft een overzicht van de geraamde inkomsten uit de gemeentelijke heffingen en van het fiscaal beleid in 2024. Verder biedt de paragraaf een overzicht van de tariefontwikkelingen, een opgave van de woonlasten en informatie over de kostendekkendheid van tarieven en over de kwijtschelding. Tot vorig jaar bevatte de paragraaf een tabel van woonlasten voor bedrijven. De informatiewaarde hiervan is gering gebleken, vooral vanwege het brede spectrum aan WOZ-waarden bij niet-woningen.1 De tabel is daarom niet meer opgenomen.
Lokale heffingen algemeen
De gemeente mag alleen die belastingen opleggen die volgens de wet zijn toegestaan, meestal in de Gemeentewet. We noemen dit de decentrale of lokale heffingen. De lokale heffingen die Delft in 2024 oplegt zijn:
onroerendezaakbelasting (OZB): eigenaren woningen en niet-woningen en gebruikers niet-woningen
afvalstoffenheffing voor huishoudens en reinigingsrechten voor bedrijven
rioolheffing
parkeerbelasting
precariobelasting
reclamebelasting
toeristenbelasting
kadegelden
leges
Er zijn drie soorten lokale heffingen:
algemene belastingen
bestemmingsbelastingen
retributies (rechten en leges)
De algemene belastingen komen ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. Onder de algemene belastingen vallen de OZB, de reclamebelasting, de precariobelasting, de parkeerbelasting en de toeristenbelasting.
Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Dit zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De gemeente mag niet meer heffen dan de kosten die zij voor de taak of voorziening maakt.
Retributies heft de gemeente bij een specifieke dienstverlening die voor die persoon een individueel voordeel oplevert. Dit zijn bijvoorbeeld de kadegelden of de leges voor een paspoort. Ook hier mogen de tarieven niet meer dan kostendekkend zijn.
De tariefvoorstellen voor de gemeentelijke heffingen biedt het college aan in het raadsvoorstel tot vaststelling van de afzonderlijke belastingverordeningen en de legesverordening. De heffing en inning van belastingen en een groot deel van de leges wordt voor de gemeente gedaan door de Regionale Belasting Groep (RBG). Parkeren Delft is verantwoordelijk voor de heffing en inning van de parkeerbelasting.
Actuele ontwikkelingen rond gemeentelijke belastingen
Nominale ontwikkeling
Bij het opstellen van de begroting worden de budgetten aangepast aan de trendmatige kostenontwikkelingen om uit te komen op het prijspeilniveau van 2024; dit is de nominale ontwikkeling. Doel is het behoud van de dienstverlening op het niveau van 2023. Het stijgingspercentage voor gemeentelijke tarieven is hiervoor gekoppeld aan de Consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Planbureau. Voor 2024 is dit 3,1%. De tarieven van de gemeentelijke heffingen zijn met dit percentage aangepast, tenzij er reden is hiervan af te wijken. Deze omstandigheden zijn dan toegelicht in de begroting of bij de betreffende verordening. Voor een aantal legesproducten geldt een landelijk maximumtarief, zoals bij een paspoort.
Actualisering Legesverordening 2024
Vanwege de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 januari 2024 heeft de gemeente de legesverordening geactualiseerd. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft hiervoor een nieuwe modelverordening beschikbaar gesteld. De wijzigingen zijn sterk inhoudelijk voor het hoofdstuk over de omgevingsvergunning en meer redactioneel voor de overige hoofdstukken. Met de Omgevingswet en de Wkb verschuift een deel van de taken bij de vergunningverlening van toetsing van aanvragen naar toezicht en handhaving. Dit zijn algemene taken die niet via leges kunnen worden verhaald.
Nieuwe Modelverordening riool- en waterzorgheffing
De gemeentelijke taken voor waterbeheer verbreden zich onder invloed van de klimaatverandering. Om de taakverbreding een solide financieel draagvlak te geven, heeft de VNG een nieuwe verordening ontwikkeld voor de huidige rioolheffing: de modelverordening Riool- en waterzorgheffing. In 2023 onderzoekt de gemeente met de RBG de impact van een eventueel besluit tot vervanging van de huidige Verordening rioolheffing Delft in 2025.
Geraamde inkomsten
Hieronder het overzicht van de werkelijke inkomsten in 2022 en de geraamde inkomsten voor 2023 en 2024.
Geraamde inkomsten | Werkelijk 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Woonlastenheffingen | ||||||
OZB* | 28.545 | 31.288 | 33.150 | |||
Afvalstoffenheffing (voor aftrek kwijtschelding) | 17.169 | 16.631 | 18.275 | |||
Rioolheffingen (voor aftrek kwijtschelding) | 13.952 | 14.076 | 14.374 | |||
Overige heffingen | ||||||
Reinigingsrechten | 503 | 520 | 536 | |||
Kadegelden + precario haven | 161 | 156 | 162 | |||
Leges omgevingsvergunningen | 3.078 | 3.292 | 3.791 | |||
Overige Leges | 2.365 | 1.987 | 2.081 | |||
Parkeerbelastingen | 8.371 | 7.770 | 8.785 | |||
Reclamebelasting | 204 | 246 | 254 | |||
Precariobelasting | 384 | 315 | 325 | |||
Toeristenbelasting | 1.160 | 1.030 | 1.541 | |||
Totaal | 75.891 | 77.311 | 83.274 | |||
* De opbrengst OZB is inclusief opbrengst voor het ondernemersfonds |
Op de OZB-tarieven voor niet-woningen zit een vaste opslag van 8,22% bestemd voor het Ondernemersfonds. Het beheer van dit fonds ligt bij de ondernemers. Het geraamde bedrag voor 2024 is circa € 1 miljoen. Nadere informatie over de parkeerbelasting is opgenomen bij het programma Bereikbare en leefbare stad.
Woonlasten
Visie woonlasten
De visie van het college op de woonlasten is dat:
voor de OZB een gematigde ontwikkeling het uitgangspunt is. Dit betekent in principe alleen de jaarlijkse indexatie van de opbrengst, met name voor inflatiecorrectie. Als voor het bereiken van een positief begrotingssaldo en/of een structureel evenwicht bijsturingsmaatregelen noodzakelijk zijn, is een extra verhoging van de OZB een mogelijkheid (een ‘knop’) die kan worden overwogen;
voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing volledig het profijtbeginsel van toepassing is. Dit betekent dat de gemeente alle in aanmerking komende kosten voor deze taken via de heffing omslaat over alle huishoudens. Alle inwoners van Delft hebben er immers belang bij dat de gemeente deze taken uitvoert;
kosten van kwijtschelding bij de afvalstoffen- en rioolheffing niet kunnen worden opgebracht uit het budget voor armoedebeleid. Het uitgangspunt is dat de kosten van kwijtschelding worden doorberekend in de tarieven.
De OZB-opbrengst stijgt met de indexatie en het nieuw areaal. Voor de opbrengsten van de afvalstoffen- en de rioolheffing zijn de aan de heffing toerekenbare kosten en de aantallen huishoudens geactualiseerd. Bij deze gesloten circuits is sprake van kostenstijgingen, zoals de bijdrage aan Avalex. Doordat ook het aantal huishoudens (= betalers) stijgt blijft het effect op de tarieven beperkt.
Totaal woonlastenmandje | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
bedragen x € 1.000 | 2023 | Areaal | Nominale ontwikkeling | Overige | % | 2024 |
Woonlastengebonden tarieven: | ||||||
Ozb | 31.286 | 225 | 1.639 | 5,96% | 33.150 | |
Afvalstoffenheffing | 16.639 | 981 | 655 | 9,83% | 18.275 | |
Rioolheffing | 14.056 | 725 | 593 | -1.000 | 2,26% | 14.374 |
Totaal | 61.981 | 1.931 | 2.887 | -1.000 | 6,16% | 65.799 |
Hieronder volgt een toelichting per component van de woonlasten.
OZB: opbrengst, tarieven en overige aspecten
In de geraamde OZB-opbrengst zijn de volgende verhogingen verwerkt:
een indexatie van 5,24%. Dit is het gewogen gemiddelde van de indexatie op het deel wat het Rijk in mindering brengt op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds (indexatie met 7%) en het overige deel (indexatie met CPI van 3,10%). Het indexatiebedrag is € 1.639.400
Een geraamde meeropbrengst voor het nieuw areaal van € 225.000
Geraamde opbrengst Ozb | 2023 | Bedrag indexatie | Indexatie percentage | Overige verhogingen | Geraamde opbrengst als grondslag voor tariefberekening | Opbrengst nieuw areaal | Totale stijging geraamde opbrengst |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | |||||||
Ozb | 31.286 | 1.639 | 5,24% | 0 | 32.925 | 225 | 1.864 |
* Deze raming is inclusief de opbrengst van het Ondernemersfonds. |
De meeropbrengsten uit nieuw areaal is een extern effect. Deze zijn niet meegenomen bij de tariefberekening. De berekende tarieven zijn:
1. eigenaren woningen: 0,09814%
2. eigenaren niet-woningen: 0,34190%
3. gebruikers niet-woningen: 0,27028%
De grondslag voor de OZB is de WOZ-waarde van de woningen en niet-woningen.2 Het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden) publiceert jaarlijks een overzicht van de woonlasten in de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, met daarin de OZB3:
Aanslag gemiddelde woning (bron: Coelo; Kerngegevens belastingen grote gemeenten, diverse jaren) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Bron | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Aanslag Delft uit COELO | € 281 | € 281 | € 395 | € 435 | € 453 |
Stijging / daling | € 2 | € 0 | € 114 | € 40 | € 18 |
Gemiddeld uit COELO | € 256 | € 266 | € 347 | € 375 | n.t.b. |
Percentage t.o.v. gemiddelde | 110% | 106% | 114% | 116% | n.t.b. |
Gesloten circuits reiniging en riool
De opbrengsten van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn gebonden aan besteding voor die specifieke taken en mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Het uitgangspunt in Delft is om alle kosten die voor doorberekening in aanmerking komen ook door te berekenen in de tarieven. Hierop zijn twee uitzonderingen van toepassing. Ten eerste zijn de kosten voor oninbaarheid voor 70% doorberekend. De reden hiervoor is dat deze betrekking hebben op een periode van vijf jaar, waarbij op dit moment een licht dalende trend zichtbaar is bij de oninbaarheid. Ten tweede is bij de rioolheffing een bedrag van € 1 miljoen gedekt uit de voorziening Riolering. De reden hiervan is dat het saldo in de voorziening raakt aan de gehanteerde bovengrens. Hierdoor hoeven de tarieven minder te worden verhoogd en daalt de kostendekkendheid van de rioolheffing. Hieronder staan de tabellen met de toerekenbare kosten, de geraamde opbrengsten, de kostendekkendheid en de tariefvoorstellen.
Motie Armoede verder bestrijden
In de Kadernota 2023 was opgenomen een voorstel om € 304.000 aan opbrengst toeristenbelasting in te zetten voor tariefsverlaging van de afvalstoffenheffing. Naar aanleiding van de motie Armoede verder bestrijden (Motie 6.1.15) is dit bedrag in plaats daarvan structureel ingezet voor armoedebestrijding.
Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing | |||
---|---|---|---|
Lasten | Baten uit heffing | ||
Taakveld | € 14.519.981 | 1P HH | € 5.963.977 |
Schoonmaakkosten | € 797.109 | MP HH | € 11.261.375 |
Kwijtschelding | € 1.422.400 | Kamerbewoning | € 1.050.000 |
Overhead | € 375.000 | Totaal | € 18.275.352 |
BTW | € 1.680.000 | ||
Perceptiekosten | € 500.432 | Kostendekkendheid | 99,80% |
Dekking oninbaar | € 119.990 | ||
Totaal lasten taak Reiniging | € 19.414.911 | Tarief 1 persoons | € 266,25 |
Baten buiten de heffing | € -1.103.563 | Tarief meerpersoons | € 417,09 |
Toerekenbaar aan de heffing | € 18.311.348 |
Rioolheffing
Rioolheffing | |||
---|---|---|---|
Lasten | Baten | ||
Taakveld | € 11.787.636 | Eigenaren | € 11.072.486 |
Schoonmaak | € 797.109 | Gebruikers | € 3.106.964 |
Kwijtschelding | € 257.303 | M3 > 500m3 | € 195.049 |
Overhead | € 1.319.000 | Totaal | € 14.374.499 |
BTW | € 710.000 | Kostendekkendheid | 93,31% |
Dekking oninbaar | € 100.131 | Baten uit de heffing | € 14.374.499 |
Perceptiekosten | € 433.359 | Uit voorziening | € 1.000.000 |
Totaal lasten taak Reiniging | € 15.404.538 | Gedekte kosten | € 15.374.499 |
Tarief Eigenaren | € 197,02 | ||
Tarief Gebruikers < 500 m3 | € 55,28 | ||
Boven 500 m3 | € 0,65 |
Tarief ontwikkeling bij de woonlasten
De ontwikkeling van de tarieven OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing is in onderstaande tabellen weergegeven voor de belastingjaren 2020 tot en met 2024.
Onroerendezaakbelastingen | Woningen | Niet-woningen | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
| eigenaren | stijging | eigenaren | gebruikers | stijging | |
2020 | 0,11910% | -10,31% | 0,29016% | 0,22733% | -1,67% | |
2021 | 0,10684% | -10,29% | 0,29502% | 0,24997% | 5,31% | |
2022 | 0,09668% | -9,51% | 0,30414% | 0,24737% | -0,47% | |
2023 | 0,09485% | -1,89% | 0,33657% | 0,26385% | 6,66% | |
2024 | 0,09814% | 3,47% | 0,34190% | 0,27028% | 2,44% | |
* De tarieven van voor 2023 zijn aangepast naar de hoogte zoals vastgesteld bij de 1e wijziging voor een correcte vergelijking |
Bij de OZB zijn de tarieven mede afhankelijk van de waardeontwikkeling. Bij de woningen is deze geprognostiseerd op 2,1% en bij de niet-woningen op 2,7%. Dit verklaart het verschil in tariefontwikkeling.
| Afvalstoffenheffing | Reinigingsrechten | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
| Meer | Een | stijging | niet-woning | stijging | |
2020 | € 353,66 | € 225,76 | 0,00% | € 401,24 | -1,34% | |
2021 | € 364,62 | € 232,76 | 3,10% | € 413,68 | 3,10% | |
2022 | € 400,50 | € 255,66 | 9,84% | € 454,39 | 9,84% | |
2023 | € 400,50 | € 255,66 | 0,00% | € 454,39 | 0,00% | |
2024 | € 417,09 | € 266,25 | 4,14% | € 473,20 | 4,14% |
Rioolheffingen | Afvoerrecht/heffing per m3 | Aansluitrecht/heffing | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
jaar | <= 500 | >500 | >500.000 | stijging | eigenaren | stijging |
2020 | € 48,20 | € 0,57 | € 0,21 | 1,50% | € 171,78 | 1,50% |
2021 | € 48,20 | € 0,57 | € 0,21 | 0,00% | € 171,78 | 0,00% |
2022 | € 48,20 | € 0,57 | € 0,21 | 0,00% | € 171,78 | 0,00% |
2023 | € 54,42 | € 0,64 | € 0,24 | 12,90% | € 193,94 | 12,90% |
2024 | € 55,28 | € 0,65 | € 0,24 | 1,59% | € 197,02 | 1,59% |
Lastendruk belastingjaar 2024
Huishoudens
In het onderstaande diagram zijn de lokale lasten voor 2024 getoond voor vier basistypen huishoudens, uitgaande van een gemiddelde WOZ-waarde voor een woning in Delft.
een gezin met een woning in eigendom met een waarde van € 462.000;
een gezin dat een woning huurt;
een alleenstaande met een woning in eigendom met een waarde van € 462.000;
een alleenstaande die een woning huurt.
Het CBS stelt de gemiddelde woningwaarde per twee jaar vast. Voor deze begroting is de gemiddelde waarde van 2023 zoals die door COELO is gebruikt (€ 452.500), aangepast met de prognose van het stijgingspercentage van 2,1% zoals opgegeven door de RBG.
Vergelijking met gemeenten in de regio (2023)
De lokale lasten van Delft zijn in de onderstaande grafiek vergeleken met die van andere gemeenten in de regio en met het landelijk gemiddelde. De lokale lasten van Leiden zijn toegevoegd, omdat dit een stad is van vergelijkbare grootte met eveneens een universiteit en een historisch centrum. Het betreft hier overigens een vergelijking van de lasten in 2023, omdat de tarieven voor 2024 van andere gemeenten nog niet bekend zijn.
Woonlastenvergelijking per huishouden in andere gemeenten in 2023
De grafiek hieronder laat de vergelijking zien van de woonlasten voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens in verschillende gemeenten in 2023. De woonlasten zijn: het bedrag aan OZB voor de gemiddelde woning, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Woonlasten vergelijking totaal huishoudens in de regio (2023)
Bron: COELO 2023
Woonlastenvergelijking per component in andere gemeenten in 2023
De onderstaande grafiek geeft de verdeling over de componenten OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing, als onderdeel van de totale woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een gemiddelde koopwoning in de verschillende gemeenten in 2023 weer.
Woonlasten vergelijking huishoudens per component (2023)
Bron: COELO 2023
Overzicht tarieven met maximale kostendekkendheid van 100%
Voor heffingen met de zogenaamde opbrengstlimiet is hieronder een overzicht van het percentage van kostendekkendheid opgenomen. Hierbij geldt dat bij een percentage van onder de 100% niet alle geraamde kosten worden gedekt uit de geraamde opbrengsten; daarboven is sprake van een mogelijke meeropbrengst. De betreffende heffingen zijn:
rioolheffing,
afvalstoffenheffing,
leges,
kadegelden.
Toe te rekenen kosten:
Directe kosten: dit zijn kosten voor de activiteiten die in een meer dan zijdelings verband staan met de geleverde dienst, zoals:
directe loonkosten,
directe materiaalkosten,
perceptiekosten (kosten van heffen en invorderen),
kosten kwijtschelding,
btw-kosten,
voorlichtingskosten, voor zover niet samenhangend met beleidsvoorbereiding en beleidsvaststelling,
kosten voor handhaving, toezicht en controle, voor zover het de eerste controle op het nakomen van vergunningverlening betreft of specifiek samenhangt met de verleende dienst zoals de milieucontrole bij afvalstoffenheffing.
Indirecte kosten: dit zijn de overheadkosten, dus alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.
Niet toerekenbare kosten zijn:
kosten voor beleidsvoorbereiding,
kosten voor handhaving, toezicht en controle, tenzij het om de bij toerekenbare kosten genoemde uitzonderingen gaat,
kosten van inspraak- en bezwaarprocedures.
Toerekening overheadkosten
Sinds 2017 wordt de overhead apart gepresenteerd in de begroting. De overhead voor de taakvelden afval en riolering is toegerekend naar financiële omvang en voor de overige taakvelden naar personele omvang, omdat daar de factor medewerkers overwegend bepalend is voor de omvang van de overhead.
Rioolheffing en afvalstoffenheffing
Het lasten- en batenoverzicht en het percentage van de kostendekkendheid van deze heffingen zijn hierboven opgenomen in het overzicht van de woonlasten in deze paragraaf.
Leges
De legesverordening is, conform de nieuwe modelverordening van de VNG, onderverdeeld in drie hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 2: Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 3: Diensten vallend onder de Europese Dienstenrichtlijn
Wettelijk geldt dat de opbrengsten uit leges op het niveau van de totale verordening maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Binnen hoofdstuk 1 en 2 is kruisfinanciering tussen of binnen de verschillende paragrafen toegestaan. Dit betekent dat een tekort op de ene legessoort mag worden gecompenseerd met overdekking uit een andere legessoort
Tabel: overzicht geraamde kostendekkendheid Legesverordening 2024 (bron: Kostendekkendheid.nl)
Kostendekkendheid Legesverordening | Directe kosten | Overhead | Totale lasten | Totale baten | Kosten dekking |
---|---|---|---|---|---|
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening | € 1.078.085 | € 1.021.012 | € 2.099.097 | € 1.846.433 | 88% |
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning | € 2.049.500 | € 1.746.295 | € 3.795.795 | € 3.677.388 | 97% |
Hoofdstuk 3 Europese Dienstenrichtlijn | € 56.004 | € 47.719 | € 103.723 | € 61.721 | 60% |
Totaal | € 3.183.589 | € 2.815.026 | € 5.998.615 | € 5.585.542 | 93% |
De legesverordening voldoet op het vereiste niveau aan de wettelijke opbrengstlimiet, doordat het totaal en elke titel afzonderlijk onder de 100% kostendekkendheid blijven.
Binnen hoofdstuk 1 past de gemeente kruisfinanciering toe tussen de verschillende producten zoals huwelijken, huisvestingsvergunning en de uitgifte van huisnummers. Bij hoofdstuk 1 is een grote component directe kosten die niet onder de loonkosten vallen. Dit zijn grotendeels (90%) verplichte afdrachten aan het Rijk voor producten waarvoor landelijk bepaalde maximumprijzen gelden, zoals reisdocumenten en de verklaring omtrent gedrag. Delft hanteert deze maximumtarieven. Door de grote aantallen zijn de landelijke tarieven sterk bepalend voor het percentage van kostendekkendheid in hoofdstuk 1.
Binnen hoofdstuk 2, de omgevingsvergunningen, is er kruisfinanciering tussen de projecten met een hogere bouwsom en projecten met een lagere bouwsom. Op dit moment geven de ontwikkelingen op de bouwmarkt aanleiding tot onzekerheid door de stikstofcrisis, de oplopende hypotheekrente en de stijgende materiaalkosten. Dit kan zorgen voor verdere stagnatie op de bouwmarkt en daardoor voor minder legesopbrengsten. Met de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) is het legesstelsel ingrijpend gewijzigd. De eerste gevolgen daarvan zijn in kaart gebracht en verwerkt in de tariefvoorstellen voor 2024. In de komende periode doet de gemeente nader onderzoek naar de gevolgen voor de kostenstructuur. De uitkomsten hiervan worden betrokken bij de voorstellen voor 2025. In 2021 is een tijdelijke tariefsverlaging voor bouwactiviteiten ingevoerd van 10% vanwege het hoge saldo in de egalisatiereserve omgevingsvergunningen. Dit saldo is inmiddels teruggelopen tot € 796.000. Het college stelt daarom voor deze tijdelijke tariefsverlaging van 10% met ingang van 2024 te beëindigen en de tarieven terug te brengen op het niveau van 2020. De reserve is inmiddels omgezet in een voorziening.
Binnen hoofdstuk 3 heeft de beleidskeuze om voor evenementen een beperking van de kostendekkendheid te hanteren een sterk effect op het totale percentage van de titel. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit onderdeel bij veel gemeenten niet kostendekkend.
Kadegelden
De rechten voor het zogenaamde kadegeld vanwege overslag van goederen zijn geregeld in de verordening Kadegelden Delft. De verordening heeft één hoofdstuk met een tarief voor bulkgoederen en een tarief voor stukgoederen. Het dekkingspercentage is 21,27%. De verhaalbare kosten betreffen het totaal van de geraamde onderhoudskosten aan kademuren. Omdat het gaat om een zeer klein aantal belastingplichtigen, wordt de geraamde opbrengst vooral begrensd door de redelijkheid van de tarieven, eerder dan door het percentage aan kostendekkendheid.
Tabel: kostendekkendheid kadegelden
Kadegelden | Lasten | Baten | Kosten dekking |
---|---|---|---|
Kadegelden | € 508.725 | € 108.196 | 21,27% |
Kostendekking Kadegelden |
Kwijtscheldingsbeleid
Kwijtschelding is bedoeld voor mensen met een laag inkomen zonder vermogen of waardevolle bezittingen. Bij de kwijtschelding wordt rekening gehouden met het vermogen en met de betalingscapaciteit. De gemeentelijke regels voor de kwijtschelding zijn opgenomen in de Kwijtscheldingsverordening Delft 2013. Kwijtschelding valt onder de aan de RBG overgedragen taken.
In Delft kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing gebruik, leges huisvestingsvergunning en het gemeentelijk deel van de leges voor een identiteitsbewijs. Het aantal kwijtscheldingsverzoeken stabiliseert de laatste jaren. Een groeiend aantal wordt automatisch toegekend via de informatie van het Inlichtingenbureau.
Kwijtschelding | Werkelijk 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1.000 | ||||||
Afvalstoffenheffing | 1.429 | 1.422 | 1.422 | |||
Rioolheffingen | 274 | 257 | 257 | |||
Leges paspoort | 3 | 15 | 15 | |||
Totaal | 1.706 | 1.694 | 1.694 |
- Het CBS registreert hierom ook geen gemiddelde waarde voor niet-woningen.
- De uitvoering van de WOZ is door de gemeente overgedragen aan de RBG, die voor deze taak onder toezicht staat van de landelijke Waarderingskamer. Deze instantie toetst geregeld de uitvoering door de RBG en heeft hiervoor het oordeel 'Goed' gegeven.
- Vanaf 2022 hanteert COELO een andere berekening voor de gemiddelde woningwaarde. De vergelijking met voorgaande jaren is daardoor niet meer goed te maken.