Cofinanciering
Het Rijk stelt steeds vaker subsidieregelingen of specifieke uitkeringen beschikbaar met cofinanciering als voorwaarde. Dat betekent dat de gemeente, idealiter samen met haar partners, mee moet betalen. Dit zien we bijvoorbeeld bij (concept)regelingen van de woningbouwimpuls, de versnellingsgelden en de regiodeal. De potentiële rijksbijdrage kan groot zijn. Dit biedt de gemeente Delft mooie kansen om ambities, bijvoorbeeld met betrekking tot Delft-West en Innovatie District waar te maken. De gevraagde cofinanciering is echter dan ook groot. Dit is een uitdaging voor de gemeente. Daarom wordt de komende tijd nader uitgewerkt hoe hier op de meest verstandige manier mee om te gaan. Voorlopig kijken we voor de cofinanciering eerst naar bestaande voorstellen en initiatieven waarvoor dekking beschikbaar is. Als dit niet voldoende is, dan is het een mogelijkheid om de beschikbare middelen uit de buffer in de algemene reserve in te zetten. Hiermee kunnen we in ieder geval het Rijk zekerheid bieden dat we aan eventuele cofinancieringsvereisten kunnen voldoen.
Zoals eerder toegelicht kunnen we een buffer realiseren door financiële ruimte in het meerjarenbeeld van de begroting. Dit is het gevolg van de hogere uitgaven van het Rijk. Het gemeentefonds stijgt als het Rijk meer uitgeeft (trap op, trap af). De hogere uitgaven komen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV en de Voorjaarsnota 2022. In deze begroting zijn de middelen voor de buffer toegevoegd aan de Algemene reserve. Voor de inzet van de buffer maken we een integrale afweging. De (co-)financiering die samenhangt met de opgaven Delft West en Innovatiedistrict Delft maakt onderdeel uit van deze afweging. Het gaat om onder andere versnellingsgelden (zie ook programma Goed wonen), Regiodeal en andere bestedingsvoorstellen.